Keteninvloeden hebben grote impact op pootgoedkwalitet

Opkomstproblemen bij consumptieaardappelen worden vooral veroorzaakt door alle handelingen die pootgoed ondergaat totdat het gepoot wordt. Voor pootgoedtelers, transporteurs en consumptietelers zijn aandachtspunten vastgesteld die kwaliteitsbehoud van pootgoed bevorderen.

Opkomstproblemen bij consumptieaardappelen worden enerzijds veroorzaakt door de vitaliteit van de partij pootgoed, anderzijds door alle handelingen die het pootgoed ondergaat totdat het weer gepoot wordt. Deze keteninvloeden ontstaan al bij de pootgoedteler en lopen via de transporteur door naar de consumptieteler. Dat zijn de belangrijke conclusies uit het zesjarige ketenonderzoek ‘Verbetering pootgoedkwaliteit’ dat in het najaar van 2022 is afgerond. Om de kans op opkomstproblemen te beperken, is binnen het onderzoek een stresstest ontwikkeld. Daarnaast zijn aandachtspunten geformuleerd voor alle ketenpartijen die kwaliteitsbehoud van pootgoed bevorderen.

Het onderzoek ‘Verbetering pootgoedkwaliteit’ is in 2016 gestart. Het gezamenlijke aardappelbedrijfsleven stak destijds de koppen bij elkaar om de oorzaken van een slechte opkomst in de consumptieteelt te achterhalen. Tot die tijd werd er binnen de keten veelal naar elkaar gewezen. In opdracht van het aardappelbedrijfsleven startte de NAK het onderzoek. Het onderzoek is gefinancierd door leden van VAVI en NAO én door BO Akkerbouw.

Stresstest voor partijen pootgoed

Onderzoeker Johannes Ransijn stelde vast dat de opkomstproblemen tweeledig waren. Een partij pootgoed met een matige vitaliteit zal onder niet-optimale omstandigheden eerder in de problemen komen dan een vitale partij. Hij ontwikkelde een stresstest die met een hoge mate van zekerheid kan voorspellen of een partij pootaardappelen vitaal genoeg is. Handelshuizen gebruiken deze stresstest om kwetsbare partijen vroegtijdig op te sporen.

Keteninvloeden bepalen kwaliteitsverlies

Daarnaast stelde Ransijn vast dat een slechte opkomst ook te maken heeft met de manier waarop het pootgoed in de keten behandeld is. Valhoogtes, bewaartemperatuur en vocht spelen daarin een grote rol omdat ze de kwaliteit van pootgoed in hoge mate negatief kunnen beïnvloeden. En dat begint al op het bedrijf van de pootgoedteler. Meer aandacht voor de partij én het optimaliseren van het bewaarregime, leidt tot minder kwaliteitsverlies. In het logistieke traject tussen levering door de pootgoedteler en de ontvangst door de consumptieteler heeft het transportbedrijf een grote verantwoordelijkheid. Goed plannen, afspraken nakomen én valhoogtes in de oplegger beperken zijn hier belangrijke aandachtspunten. Voor de consumptieteler geldt dat hij de partij bij ontvangst goed moet controleren op rot en bij twijfel niet moet willen lossen. Pootgoed bewaren in big bags of op kipwagens beïnvloedt de kwaliteit negatief. Het advies is om pootgoed vanaf het moment van ontvangst tot het poten, in kuubskisten of op een beluchte vloer te bewaren. En tijdens deze periode zijn ook op het bedrijf van de consumptieteler temperatuur, vocht en valhoogtes aandachtspunten.

Checklist met aandachtpunten

Om alle aandachtspunten onder de aandacht van alle betrokken partijen te brengen, is een checklist samengesteld. De buitendienstmedewerkers van de handelshuizen en de aardappelverwerkende bedrijven kunnen deze bespreken met de telers. Daarbij wordt vooral ingezet op bewustwording dat iedereen in de keten een bijdrage moet leveren om de faalkosten van een tegenvallende opkomst, te beperken.

Het ‘Ketenproject verbetering pootgoedkwaliteit’ is een initiatief van leden van NAO en VAVI en is uitgevoerd door de NAK. Naast NAO en VAVI is BO Akkerbouw medefinancier van het onderzoek. Kijk voor meer informatie op www.crkls.nl